Handreiking gemeenten bij betalingsachterstand

Inwoners met een betaalachterstand in hun vaste lasten krijgen vanaf nu een handreiking van de gemeente. Op die manier kunnen zij worden geholpen voordat de schulden hen boven het hoofd groeien.

De aanpak maakt onderdeel uit van landelijke afspraken tussen leveranciers van water, energie, zorgverzekeraars. woningcorporaties, de branchevereniging voor schuldhulpverlening NVVK en gemeenten. Deze zogenoemde signaalpartners geven informatie aan de gemeente door als mensen een betalingsachterstand hebben van tussen de dertig en honderd dagen. Er moet wel minimaal één herinnering zijn gestuurd voordat de gemeente in actie komt. En de inwoner moet toestemming verlenen dat gegevens worden doorgegeven aan de gemeente. Dit alles is vanaf 1 januari 2021 wettelijk verplicht. 

 

Vroeg er op af
Voor de gemeente Uithoorn is deze werkwijze overigens niet nieuw. De gemeente heeft vorig jaar proefgedraaid met ‘Vroeg er op af’. In de proef kreeg de gemeente een melding als een inwoner de rekening van meerdere vaste lasten niet betaald had. Voor de coronacrisis uitbrak, ging het team ‘Vroeg er op af’ vervolgens op huisbezoek om hulp aan te bieden. Vanwege corona konden de huisbezoeken niet doorgaan en werd er een brief gestuurd en telefonisch contact gezocht.

Stress
Wethouder Ria Zijlstra: ,,We hebben meegedaan aan de pilot omdat we willen voorkomen dat inwoners met een kleine betalingsachterstand op het punt komen dat de financiële situatie niet meer te overzien is. Ervaring leert dat mensen pas hulp zoeken als de schuld al fors opgelopen is. De schuld waarmee inwoners bij onze schuldhulpverlening aankloppen is gemiddeld 43 duizend euro. Dat kan je niet eenvoudig meer oplossen.” Vervolgt: ,,Dat vroegsignalering van schulden nu een wettelijke taak van de gemeente is geworden, ben ik blij mee. Financiële problemen zorgen voor veel stress binnen een huishouden, waardoor ook andere problemen kunnen ontstaan. Het is goed dat wij als gemeente hulp pro-actief aanbieden in plaats van wachten tot inwoners naar ons toe komen.”